Start onderzoeken uitvoering Regioplan Laaggeletterdheid Zeeland

Door Maurice de Greef, projectleider Laaggeletterdheid Zeeland

In 2007 tot en met 2010 is een eerste ‘Zeeuwse Aanpak Laaggeletterdheid’ gerealiseerd. Destijds was de inzet van de provincie Zeeland met betrekking tot preventie en bestrijding, één van de beste aanpakken in Nederland. Meer dan 80 basisscholen, alle gemeenten en 9 bedrijven hebben toen deelgenomen om ervoor te zorgen dat honderden nieuwe deelnemers werden bereikt. Momenteel ligt er een ijzersterk nieuw regioplan laaggeletterdheid voor Zeeland.

Zowel in de gehele arbeidsmarktregio en provincie als in de drie subregio’s Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Oosterschelderegio worden diverse activiteiten ontwikkeld om laaggeletterdheid te voorkomen en tegen te gaan. De uitdaging is echter om de deelname van laaggeletterden bij de activiteiten te vergroten en een verbinding te leggen tussen verschillende beleidsterreinen. Daarnaast onderzoeken we hoe de resultaten van het beleid via monitoring het beste kunnen worden bijgehouden. Artéduc BV is gevraagd om deze onderzoeken en de bijbehorende implementatie te realiseren.

Onderzoek naar de totaalketen van de aanpak van laaggeletterdheid

Om laaggeletterdheid tegen te gaan, of zelfs te voorkomen, is samenwerking tussen de verschillende Zeeuwse instellingen en gemeenten onmisbaar. De Zeeuwse instellingen en gemeenten moeten de handen ineen slaan om potentiële deelnemers voor het scholingsaanbod te bereiken. Scholingsaanbod waar laaggeletterden leren om basisvaardigheden (waaronder taal, rekenen en digitale vaardigheden) eigen te maken, waardoor ze een betere plek in de samenleving of op de arbeidsmarkt krijgen.

Om een gezamenlijke aanpak voor laaggeletterdheid te realiseren, doorlopen de partners de volgende fasen:

  • Bewustwording: Instellingen en gemeenten onderkennen het belang van het tegengaan of voorkomen van laaggeletterdheid.
  • Samenwerking: Instellingen en gemeenten realiseren een ketensamenwerking om gezamenlijk de problematiek van laaggeletterdheid te kunnen aanpakken.
  • Toeleiding: Instellingen en gemeenten herkennen laaggeletterden, verwijzen deze door naar scholingstrajecten en realiseren daarnaast specifieke wervingsactiviteiten om via andere kanalen potentiële laaggeletterden te kunnen bereiken.
  • Bereik: Instellingen en gemeenten faciliteren scholingsaanbod, waardoor laaggeletterden hun basisvaardigheden (waaronder taal, rekenen en digitale vaardigheden) kunnen optimaliseren.

Om meer verschillende groepen laaggeletterden en laagopgeleide deelnemers te kunnen laten deelnemen aan trajecten basisvaardigheden, is het noodzakelijk om knelpunten op het gebied van bewustwording, samenwerking, herkenning, doorverwijzing en scholing te signaleren en de eerder onderzochte succesfactoren te integreren in de Zeeuwse aanpak. Hierbij wordt gekeken naar:

  1. De verbinding tussen de beleidsterreinen van gemeenten en met externe partners zowel Zeeuws breed en per subregio.
  2. Kwaliteitsborging en monitoring op basis van een nadere analyse van de huidige activiteiten zowel Zeeuws breed en per subregio.
  3. Kansen voor het optimaliseren van de regie op beleid van laaggeletterdheid.

Wat gaan we doen?

Op basis van de onderzoekservaringen zal er een onderzoeksaanpak gerealiseerd worden, bestaande uit de volgende fasen:

  • Fase 1a: Startfoto Zeeuwse infrastructuur laaggeletterdheid
  • Fase 1b: Internationale good practices en systematisch literatuuronderzoek aanpak laaggeletterdheid
  • Fase 2: Diepte-analyse onder ervaringsdeskundigen en experts
  • Fase 3: Onderzoek naar instrumentaria monitoring en kwaliteit basisvaardigheden en pilot impactmeting
  • Fase 4: Interactieve beleidsanalyse ‘Zekerheid voor Zeeuwse aanpak laaggeletterdheid’

Fase 1a: Startfoto Zeeuwse infrastructuur laaggeletterdheid

Bij aanvang van het Zeeuwse onderzoek is het noodzakelijk om te kijken wat er allemaal wordt gerealiseerd in de afzonderlijke subregio’s en in de gehele arbeidsmarktregio/provincie op het gebied van laaggeletterdheid. Er zijn namelijk al veel initiatieven door maatschappelijke partners ontwikkeld om laaggeletterdheid te voorkomen of tegen te gaan. In samenwerking met vrijwel alle partijen op het gebeid van laaggeletterdheid wordt er een Zeeuwse startfoto gemaakt.

Fase 1b: Internationale good practices en systematisch literatuuronderzoek aanpak laaggeletterdheid

Er zal gelijktijdig met de startfoto een uitvoerig systematisch literatuuronderzoek worden gerealiseerd. Het doel is om in kaart te brengen wanneer de aanpak van laaggeletterden succesvol kan zijn. Middels internationaal deskresearch en de analyse van good en bad practices uit circa 20 andere landen worden de succesfactoren en nieuwe kansen voor de Zeeuwse aanpak van laaggeletterdheid in beeld gebracht.

Fase 2: Diepte-analyse onder ervaringsdeskundigen en experts

Onder circa 15 ervaringsdeskundigen/(ex-)deelnemers (5 per subregio) en 15 experts/organisaties (5 per subregio) die in Zeeland werkzaam zijn op het gebied van laaggeletterdheid, wordt in kaart gebracht welke elementen ervoor zorgden dat de aanpak van laaggeletterden tot nu toe, succesvol was of wat juist belemmerend werkte. Dit is een verdiepingsslag op basis van de Zeeuwse startfoto. Om de data te verzamelen worden individuele interviews afgenomen die elk circa 30 tot 40 minuten duren.

Fase 3: Onderzoek naar instrumentaria monitoring en kwaliteit basisvaardigheden en pilot impactmeting

Invoering van kwaliteit en monitoring is een uitdagende stap, omdat dit ook inzet van de Zeeuwse organisaties vraagt. Een eerste stap is om in kaart te brengen welke instrumentaria voor kwaliteit en monitoring geschikt zouden zijn voor Zeeland en haar drie subregio’s. Daarnaast wordt de impact van de taaltrajecten op sociale inclusie in kaart gebracht. Is het zo dat deelnemers een betere plek in de Zeeuwse samenleving krijgen na het volgen van een taaltraject?

Fase 4: Interactieve beleidsanalyse ‘Zekerheid voor Zeeuwse aanpak laaggeletterdheid’

In de vierde fase zal samen met alle betrokken partners in de gehele arbeidsmarktregio en de drie subregio’s een businesscase worden opgesteld, die getoetst wordt bij de betrokken gemeenten en instellingen. Aansluitend zal op basis van de businesscase een uitvoeringsplan worden opgesteld, waarbij ook alle randvoorwaarden worden beschreven die noodzakelijk zijn voor een correcte overdracht naar de betrokken partijen.

Projectleider Aanpak Laaggeletterdheid Zeeland - Maurice de Greef

Wie gaat dit doen?

Prof. Dr. Maurice de Greef is de projectleider en zal het onderzoek uitvoeren. Hij is leerstoelhouder van de UNESCO leerstoel Volwasseneducatie aan de Vrije Universiteit Brussel, extern onderzoeker aan Maastricht University en hoofdonderzoeker van Artéduc BV. Landelijk en in Europa is hij vooral bekend door zijn succesvolle effectonderzoek van volwasseneneducatie. Hij is verantwoordelijk voor het eerste onderzoeksmodel betreffende de impact en succesfactoren voor scholing van laag- en middelbaaropgeleiden. Hierin heeft hij veel onderzoek gedaan naar de impact op de re-integratie en arbeidsmarktpositie van deze deelnemers mede in samenwerking met het sociale domein en de ervaringsdeskundigen zelf, waarin deelnemers betrokken waren. Destijds heeft hij met veel interesse van 2007 tot en met 2010 de eerste ‘Zeeuwse Aanpak Laaggeletterdheid’ gevolgd, omdat hij in dezelfde periode verantwoordelijk was voor het eerste actieplan Laaggeletterdheid in Gelderland.

 

Wilt u meer weten over dit project? Bekijk de projectpagina Aanpak Laaggeletterheid.

Eerdere berichten over laaggeletterdheid:

> 22/12/2021 | Maurice de Greef tijdelijk projectleider Laaggeletterdheid Zeeland

> 10/06/2021 | Subsidie 'Tel mee met Taal'

> 08/06/2021 | Een sterke samenwerking door krachten te bundelen