Europees geld biedt moeilijk lerende jongeren kansen op de arbeidsmarkt

‘’Als wij het ESF-geld de afgelopen jaren niet gehad zouden hebben? Dan kunnen we een rondje door het gebouw doen hier en dan kun je de helft wegdenken.’’ Tom Schild, directeur van praktijkschool Het Bolwerk in Middelburg kan er niet duidelijk genoeg over zijn. Zonder het geld ‘’uit Europa’’ van het Europees Sociaal Fonds zou het praktijkonderwijs op zijn school niet overeind te houden zijn. ‘’Althans niet op het niveau dat wij graag willen.’’

Europees geld. De Arbeidsmarktregio Zeeland heeft een specialist in huis die zich bezighoudt met het binnenhalen van Europese subsidies. Er gaat een heel traject vooraf aan de toekenning van dat geld. Waar gaat het naartoe? Hoe wordt het gebruikt? Is het echt nodig? We gaan op zoek naar antwoorden op die vragen op praktijkschool Het Bolwerk.

Nazorgcoordinator Veronique de Jonge en Tom Schild, directeur van praktijkschool het Bolwerk en bestuurslid van de Zeeuwse Stichting Maatwerk.

 

Hulpvraag

Op Het Bolwerk en ook op andere plekken in Zeeland worden leerlingen in zes jaar tijd opgeleid richting werk. Alle scholen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs werken samen in de Zeeuwse Stichting Maatwerk (ZSM).  Hier gaan kinderen naar school die allemaal een specifieke hulpvraag  hebben. Voor hen is een plek op de arbeidsmarkt of in een dagbesteding het uiteindelijke doel. ‘’Zodat ze een goede plaats krijgen in de maatschappij,’’ zegt Tom Schild.

In totaal gaat het in Zeeland om ongeveer tweeduizend leerlingen en dat is maar een klein deel van het totaal aantal leerlingen in het Zeeuws voortgezet onderwijs. Toch is het volgens Schild ‘’heel belangrijk’’ dat ook zij de juiste begeleiding en opleiding krijgen. ‘’Als je het voor deze groep niet goed regelt, gaat de maatschappij daar uiteindelijk de prijs voor betalen,’’ klinkt het.

Nazorg

Zo helpt het samenwerkingsverband, de Zeeuwse Stichting Maatwerk, elk jaar tientallen leerlingen op weg naar de arbeidsmarkt en in de maatschappij. En daarmee is het werk nog niet gedaan. De jong volwassenen die nét van een praktijk- of VSO-school af komen en aan een baan zijn begonnen, lopen grote kans op uitval. Ze hebben vaak nazorg nodig om overeind te blijven in de samenleving én in hun werkomgeving.

Veronique de Jonge is stagecoördinator bij het Asteria College én nazorgcoördinator bij ZSM: ‘’Heel concreet: als je fiets kapot is hoe kom je dan op je werk? En dat klinkt voor ons heel simpel hè? Dan laat je die fiets maken maar dan moet je wel op dat moment de middelen hebben om die fiets te laten maken. En als die fietsenmaker ook nog eens op een ander dorp is hoe komt die fiets daar dan? Onze doelgroep heeft dan de neiging om in bed te blijven liggen, het dekbed over hun hoofd te trekken met als gevolg dat de werkgever denkt van:  nou die wil niet. Terwijl zo’n jongen of meisje wel wil, maar gewoon even niet weet hoe ze het moeten oplossen. Zo basaal kan het zijn.’’

Kwaliteitsverbetering

Met ESF-geld wordt de kwaliteit van het onderwijs op praktijkopleidingen verbeterd. Tom Schild: ‘’In de rijksbekostiging zit voor het praktijkonderwijs een vergoeding van ongeveer € 400 per leerling per jaar. Voor leermiddelen. Als ik een leerling een vorkheftruck certificaat wil laten halen dan kost dat al bijna € 1.000. Dat is ESF-geld.’’

Het geld uit Europa is geen kers op de taart. Volgens Tom Schild en Veronique de Jonge is het keihard nodig om jongeren aan werk te helpen en naar een solide plek in de maatschappij te leiden. Met goed onderwijs en goede nazorg.

Perspectief

Veronique de Jonge: ‘’Wij willen jongeren perspectief bieden en vooruit helpen. Wij leiden jongeren op richting arbeid en dat is een hele andere manier dan jongeren opleiden richting een theoretisch diploma. Als jij opleidt richting arbeid heb je middelen nodig. Wij moeten leerlingen afleveren die al wat kunnen. En als je het niet uit de theorieboeken kunt leren dan heb je het nodig om veel te herhalen en In de praktijk te oefenen in een veilige setting. Zodat je uiteindelijk de bagage bezit waarmee je het op de arbeidsmarkt kunt redden.’’

Voor de nazorg – als de jongeren eenmaal aan het werk zijn – wordt met Europees geld extra personeel ingezet. De relatief hoge uitval laat zien dat een stabiele plek in de maatschappij lang niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Tom Schild: ‘’De laatste jaren zijn er onderzoeken verschenen waaruit blijkt dat deze groep binnen drie tot vijf jaar nadat ze het praktijkonderwijs hebben verlaten uitvalt. Problemen op het werk, schulden, in de schuldsanering, relationele problemen, dat soort dingen.’’

Dweilen

Volgens Schild worden niet alle probleemgevallen opgelost met goede nazorg. ‘’Maar we gaan wel voorkomen dat er veel meer bijkomen.’’ Soms lijkt het op dweilen met de kraan open. ‘’Maar we houden ons vast aan de successen,’’ klinkt het haast in koor. En ook: ‘’Je moet een beetje gek zijn om dit te doen.’’ Het gaat om passie voor het vak, betrokkenheid bij en mét de jongeren.

‘’Daar is dat ESF-geld écht voor nodig,’’ betoogt Tom Schild nog eens. Veronique de Jonge: ‘’Het is fantastisch om iemand op de arbeidsmarkt af te leveren en te zien hoe trots zo iemand is. Daar doe je het allemaal voor.’’